logo-print
T (0186) 61 55 00

Verwerkingsvoorschrift eivormige buizen

Algemeen

  • Eivormige buizen afm. 250/375 mm en 300/450 zijn uitwendig rond.
  • Eivormige buizen afm. 400/600, 500/750, 600/900, 700/1050, 800/1200, 900/1350 en 1000/1500 mm zijn uitwendig eivormig en hebben een vlakke voet.

Sleufbodem

  • Als de Ei-vomige buis met rond buiten profiel op de sleufbodem wordt gefundeerd moet de buis zich kunnen “nestelen”, om zo een juiste opleghoek te ontwikkelen.
  • Bij een hardere sleufbodem dient de sleufbodem geroerd te worden (ca. 15 – 30 cm) opdat de buis zich kan “nestelen” in de geroerde grond. Bij samendrukbare grond zijn meestal geen bijzondere handelingen noodzakelijk.
  • Ei-vormige buizen met vlakke voet kunnen in het algemeen op een vlakke sleufbodem worden gesteld.
  • De buis dient over de gehele lengte te dragen, het toepassen van steltegels of stelplanken van voldoende lengte vereenvoudigd het leggen van eivormige buizen.
  • Indien de eivormige buis op een betonsloof wordt geplaatst, adviseren wij u een laagje zand of gestabiliseerd zand toe te passen tussen betonsloof en de vlakke voet van de buis.

Leggen

  • Verbinding: altijd de glijrubberring (F104).
  • Spanningsvrij aanbrengen van de rubberring op het schone spie-eind (bij voorkeur buiten het profiel van ontgraving), controleer of de juiste ring voor de te verwerken buis is gekozen en controleer de plaats van de ring.
  • Aanbrengen van het bijgeleverde glijmiddel in mof.
  • Bij het leggen van de buis aan de voorgaande buis, het spie-eind met gemonteerde rubberring gelijkmatig centrisch zonder hoekverdraaiing in de voorgaande mof schuiven. De buis in de mof duwen heeft de voorkeur. Tijdens het centrisch aanduwen heeft de machinist meer controle over de duwrichting van de buis. Induwen: voorzichtig en altijd met voldoende stevig stophout! Eivormige buizen met een vlakke voet vragen bijzondere aandacht: de verticale hartlijn moet te allen tijden zuiver verticaal te worden gehouden. Gebruik een waterpas of schietlood om de merktekens op de voorkant van de mof te controleren, na montage controleren of de rubberring rondom op de juiste positie ligt. Het monteren van buizen onder een hoekverdraaiing is niet toegestaan. Wij adviseren de voegbreedte kleiner dan 20 mm te houden. Bij een rioolinspectie betreffende de axiale verplaatsing valt de verbinding nog in klasse 1.
  • Na het leggen van de buizen moeten de hijskommen van de hijsankers dichtgezet worden met krimpvrije mortel.

Tip: het gebruik van een steltegel of stelplank kan de correctie van de verticale hartlijn vereenvoudigen.

Aanvullen

  • De sleufbodem niet verdichten.
  • Laagsgewijze aanvulling gelijktijdig aan beide zijden van de buis. Aanbrengen van aanvulmateriaal (zonder puin o.g.) van geringe storthoogte in een laagdikte van 20 – 30 cm, op deze manier wordt het verschuiven van de streng voorkomen.
  • Inlaten inmeten en vastleggen op revisie.
  • Verdichten met geschikte verdichtings apparatuur, zware verdichtings apparatuur kan leiden tot onherstelbare schade aan de betonnen buis.
  • Bijzondere aandacht schenken aan de verdichting rondom inlaten, ongelijkmatige verdichting leidt uiteindelijk tot onregelmatigheden in de eindtoestand van de bovenliggende (weg)constructie.